Vermijd afkortingen
Oké, in onze branche komen we er niet onderuit. IT alleen al gebruiken we honderd keer per dag. Maar beperk het tot de noodzakelijke afkortingen. Gaat de lezer de afkorting in zijn of haar hoofd omzetten in woorden, dan kun jij dat beter alvast doen. Schrijf deze bijvoorbeeld uit: m.b.t., t.g.v., i.o.v., o.a. en n.a.v. Leest een stuk fijner.
Schrijf positief
We gaan met onze IT een positieve toekomst tegemoet, is onze overtuiging. Zorg dat je teksten daarom ook een positief gevoel geven. Dat zit ‘m óók in woorden met een negatieve lading vermijden, zoals ‘niet’, ‘nooit’, ‘geen’ en ‘maar’. Als je twee keer nadenkt voor je die kiest, maak je jouw teksten veel positiever en activerender.
Lekker actief!
Vermijd passieve zinnen met ‘worden’, ‘gaan’, ‘zullen’, ‘willen’ en ‘zijn’. Dan ben je duidelijk en persoonlijk én voorkom je wolligheid. Want actieve zinnen maken je tekst korter en … actiever. Dat wil je. We staan immers altijd klaar om de boel aan te moedigen en aan te sporen, dus dat mag ook spreken uit je tekst. Dan mik je op de reactie ‘let’s go!’, in plaats van ‘hell no’.
Zo wel: ‘We sturen je meer informatie toe.’
Zo niet: ‘Meer informatie wordt naar je toegestuurd.’
Vermijd tangconstructies
Tangconstructies zijn zinnen binnen zinnen. Een zin met een tangconstructie leest niet prettig.
Zo wel: ‘We streven voor elk bedrijf naar verdere implementatie van geautomatiseerde bedrijfsprocessen. Want dat brengt efficiëntie en meer procescontrole.’
Zo niet: ‘Verdergaande implementatie van geautomatiseerde bedrijfsprocessen, waardoor enerzijds hogere efficiency ontstaat en anderzijds betere procescontrole, is ons streven voor elk bedrijf.’
Schrijf in de vraagvorm
Wissel ‘gewone’ zinnen af met vraagzinnen. Deze maken de tekst vlotter en persoonlijker. Hoe we dat bedoelen? Nou, zo!