EyeTi brandbook

Een eenduidige huisstijl draagt bij aan een herkenbaar EyeTi. Binnen de huisstijl zijn er vijf eigenschappen die het gezicht bepalen: logo, typografie, kleurgebruik, fotografie en taalgebruik. Deze handleiding laat zien wat de bouwstenen zijn waarmee een ontwerper en tekstschrijver aan de slag kunnen om naar eigen inzicht middelen te creëren.

Het logo

EyeTi icon. Te gebruiken voor grafische oplossingen in huisstijl ontwikkeling. In de uitingen kun je de toepassing van het icon bekijken. Als gebruiker mag je het icon in zijn geheel maar ook in losse elementen gebruiken. Zo blijft de huisstijl dynamisch en verrassend.

Regels

Om het logo optimaal tot zijn recht te laten komen, is er een marge rondom het logo vastgesteld. Kijk per ontwerp even hoe dat eruit ziet, maar houd ongeveer 1 cm aan.

Het logo is altijd groen + grijs óf wit. Kies standaard voor het logo zonder payoff. De payoff mag los van het logo gebruikt worden in de vormgeving.

Het icon mag in zijn geheel maar ook als losse elementen gebruikt worden. In de uitingen op deze pagina kun je voorbeelden zien van hoe het icon op de huisstijlmiddelen wordt ingezet. 

Logo EyeTi Tendermanagement

Regels

Om het logo optimaal tot zijn recht te laten komen, is er een marge rondom het logo vastgesteld. Kijk per ontwerp even hoe dat eruit ziet, maar houd ongeveer 1 cm aan.

Het logo is altijd groen + grijs óf wit.

Typografie

Serifa Std Black

Te gebruiken in koppen en titels. Let op: vermijd zoveel mogelijk tekst in kapitalen!

Regelafstand

Koppen = Lettergrootte x 1.00
Inleiding = Lettergrootte x 1.00

Serifa Std Bold

Te gebruiken in (sub)koppen en titels. Let op: vermijd zoveel mogelijk tekst in kapitalen!

Regelafstand

Koppen = Lettergrootte x 1.00
Inleiding = Lettergrootte x 1.00

Serifa Std 55 Roman

Te gebruiken in inleiding en platte tekst.

Regelafstand

Inleiding = Lettergrootte x 1.1
Body = Lettergrootte x 1.1

Serifa Std 56 Italic

Te gebruiken bij de pay-off: ‘Building a better future together’

Maar ook te gebruiken om items extra te highlighten.

Kleuren

Groen

Basiskleur in het logo. Eye en de afsluitende punt plaatsen we het liefst in deze kleur en vormt de basis van de verdere invulling van de vormgeving. 

HEX: #58B999
RGB: R 88 / G 185 / B 153
CMYK: C 65 / M 0 / Y 50 / K 0

Grijs

Secundaire kleur in het logo. Verder te gebruiken in volvlakken waarin we vaak een transparantie gebruiken om een patroon zichtbaar te maken.

HEX: #BCBABA
RGB: R 188 / G 186 / B 186
CMYK: C 29 / M 23 / Y 23 / K 3

Lichtgrijs

Secundaire kleur in het logo bij gebruik op donkere achtergrond. 

HEX: #F2EFEF
RGB: R 242/ G 239 / B 239
CMYK: C 6 / M 6 / Y 6 / K 0

Donkerblauw

De kleur mag gebruikt worden als achtergrond. Eventueel i.c.m. een patroon. Ook mag deze kleur gebruikt worden als tekstkleur. 

HEX: #1E3D4E
RGB: R 30 / G 61 / B 78
CMYK: C 90 / M 63 / Y 46 / K 45

Zachtrood

Accentkleur die we gebruiken in het icon en als attentie-kleur voor de url. 

HEX: #ED6A5B
RGB: R 237 / G 106 / B 91
CMYK: C 0 / M 70 / Y 59 / K 0

Schrijfwijzer

Een online meedenker maakt schrijven gewoon fijner.

Waarom een schrijfwijzer?

Deze schrijfwijzer helpt om één lijn aan te brengen in alle copy van en voor EyeTi.

Hoe gebruik ik ‘m?

Als inspiratie, leidraad of check achteraf: wat jij handig vindt. Tover de schrijfwijzer zo nu en dan eens op je scherm. Dan weet je zeker dat het EyeTi-gevoel altijd in je teksten zit. Let’s go for it!

Een nieuw logo, een nieuwe schrijfwijze van onze naam? Nee, zeker niet.
De schrijfwijze blijft:


EyeTi

We kiezen voor de twee vertrouwde hoofdletters, om de uitspraak voor iedereen helder te maken. Want we willen direct duidelijk zijn: EyeTi heeft niets met Yeti te maken.

Waarom schrijven we onze naam dan toch anders in ons logo?
Met dit logo laten we de snelheid zien die ons kenmerkt, het let’s go-gevoel. Hoofdletters vormen visuele obstakels die de vaart eruit halen. Om ook hier geen twijfel te laten bestaan over de uitspraak, hebben de eerste drie letters een ander kleur dan de laatste twee. 

Purpose

Het grote doel van wat we als groep doen, in één krachtige zin:
Building a better future together

Hiermee begin je bijvoorbeeld je presentatie of corporate uitingen.

Als je in gesprek bent met mensen, een mailtje tikt, een blog schrijft of een LinkedIn-bericht deelt, is deze activator geschikter:

Let’s go for it

Een enthousiasmerende kreet waarmee je aansluiting vindt met je ‘gesprekspartner’. “Kom, laten we er samen voor gaan.” Het is een soort laagdrempelige afgeleide van het grote doel. Past bijna overal en geeft direct de EyeTi-lading aan een tekst.

Tone of voice

Als EyeTi maken we met IT de wereld beter. Dus laten we vanuit die positieve gedachte communiceren, op een herkenbare manier. Vol enthousiasme, maar zonder op de barricades te springen. Noem het vriendelijk idealisme. Het gaat om ‘wij’, om ‘samen’. Want we zijn begaan met onze omgeving en onze mensen. Laten we daarom helder communiceren, zorgen voor een glimlach. Bij onze klanten en onze business friends uit de groep.

U of jij?

Jij:

We zien onze groep als business friends, daar is ‘je’ op zijn plaats. Bij klanten zoeken we naar verbinding, in waarden en emotioneel. Ook hen spreken we aan met ‘je’. Want ‘u’ schept de afstand die je juist wilt overbruggen. Lang verhaal kort: we spreken iedereen aan met ‘je’, ‘jij’ of ‘jou’.

Wees daarbij niet bang dat je als onbeleefd gezien wordt. Tutoyeren is zo ingeburgerd, daar kijkt niemand meer gek van op. Het gaat vooral om je formulering. Want laten we eerlijk zijn: ook met de aanspreekvorm ‘u’ kun je ontzettend onbeleefd zijn. Hoe je het brengt, is hoe het aankomt.

U:

U mag je natuurlijk nog wel gebruiken. Werk je met klanten die zelf vousvoyeren? Pas je dan ook net zo gemakkelijk aan. In offertes en facturen kan de u-vorm ook prettiger voelen.

Twijfelgeval?

Elke situatie is anders. Weet je niet welke aanspreekvorm je moet gebruiken? Of voelt de ‘je’ of ‘u’ in een bepaalde situatie toch niet helemaal op zijn plek? Overleg dan met collega’s.

De basis van een goede tekst
Concrete tips en voorbeelden

Eenvoudig, maar met bezieling

Gebruik zo min mogelijk moeilijke woorden. Blijf dicht bij spreektaal. Vrijwel niemand gebruikt in een gesprek woorden als ‘reeds’, ‘middels’ of ‘dientengevolge’. Dat doe je in je geschreven teksten dus ook niet. Maar onthoud: simpel is niet hetzelfde als saai. Je mag best eens een leuke metafoor gebruiken of een verrassend bijvoeglijk naamwoord kiezen. Zolang je lezers maar niet verdwalen in jouw zinsconstructies en beeldspraak.

Schrijf betrokken

Ons hart klopt sneller van wat we doen, we maken de wereld een stukje mooier. En dat enthousiasme willen we overbrengen, zodat het anderen activeert. Tegelijk wil de lezer zich begrepen voelen, verbondenheid ervaren en op weg geholpen worden. Kies dus een mooi midden tussen enthousiasmeren en de weg wijzen.

Houd het kort

Kun je een zin korter maken? Doe dat dan. Probeer een maximale zinslengte van veertien woorden aan te houden. Wissel de zinslengte af. Wees niet bang voor het gebruik van zeer korte zinnen. Probeer ritme aan te brengen. Aan elke twee langere zinnen verbind je een korte. Kijk ook kritisch naar lange zinnen. Kun je ze toch niet opsplitsen?

Voorbeeld:

We streven voor elk bedrijf naar het formuleren van heldere korte en lange termijn doelen en het inrichten van goede managementrapportages waardoor de juiste (stuur)informatie beschikbaar komt.

Of:

Voor elk bedrijf formuleren we heldere korte- en langetermijndoelen. Om die te meten, richten we goede managementrapportages in. Zo is solide (stuur)informatie altijd voor handen. 

Vermijd afkortingen

Oké, in onze branche komen we er niet onderuit. IT alleen al gebruiken we honderd keer per dag. Maar beperk het tot de noodzakelijke afkortingen. Gaat de lezer de afkorting in zijn of haar hoofd omzetten in woorden, dan kun jij dat beter alvast doen. Schrijf deze bijvoorbeeld uit: m.b.t., t.g.v., i.o.v., o.a. en n.a.v. Leest een stuk fijner.

Schrijf positief

We gaan met onze IT een positieve toekomst tegemoet, is onze overtuiging. Zorg dat je teksten daarom ook een positief gevoel geven. Dat zit ‘m óók in woorden met een negatieve lading vermijden, zoals ‘niet’, ‘nooit’, ‘geen’ en ‘maar’. Als je twee keer nadenkt voor je die kiest, maak je jouw teksten veel positiever en activerender.

Lekker actief!

Vermijd passieve zinnen met ‘worden’, ‘gaan’, ‘zullen’, ‘willen’ en ‘zijn’. Dan ben je duidelijk en persoonlijk én voorkom je wolligheid. Want actieve zinnen maken je tekst korter en … actiever. Dat wil je. We staan immers altijd klaar om de boel aan te moedigen en aan te sporen, dus dat mag ook spreken uit je tekst. Dan mik je op de reactie ‘let’s go!’, in plaats van ‘hell no’.   

Zo wel: ‘We sturen je meer informatie toe.’
Zo niet: ‘Meer informatie wordt naar je toegestuurd.’

Vermijd tangconstructies

Tangconstructies zijn zinnen binnen zinnen. Een zin met een tangconstructie leest niet prettig.

Zo wel: ‘We streven voor elk bedrijf naar verdere implementatie van geautomatiseerde bedrijfsprocessen. Want dat brengt efficiëntie en meer procescontrole.’
Zo niet: ‘Verdergaande implementatie van geautomatiseerde bedrijfsprocessen, waardoor enerzijds hogere efficiency ontstaat en anderzijds betere procescontrole, is ons streven voor elk bedrijf.’

Schrijf in de vraagvorm

Wissel ‘gewone’ zinnen af met vraagzinnen. Deze maken de tekst vlotter en persoonlijker. Hoe we dat bedoelen? Nou, zo!

Puntjes op de ‘i’
Houd deze checklist even naast je tekst voor je hem verzendt of publiceert. Dan weet je zeker dat wat jij schrijft 100 procent aankomt.

  • Heeft de tekst een goede structuur?
  • Is de opmaak helder?
  • Spreek je de lezer direct in de tweede persoon (u/uw) aan?
  • Maak je gebruik van tussenkopjes waar nodig?
  • Is je tekst actief en concreet?
  • Roept de tekst geen nieuwe vragen op?
  • Maak je gebruik van eigentijdse taal?
  • Zijn je zinnen kort en eenvoudig?
  • Is je tekst begrijpelijk, volledig en relevant?
  • Bereik je je doel met deze tekst?
  • Daagt je tekst uit tot het nemen van actie?
  • Zou jij je aangesproken voelen door je tekst?